2.12.4 Pompen en leidingwerk

  • In toevoerleiding spindelschuif (RVS en/of kunststof, fabricaat TBS) aanbrengen;
  • DWA-gemaal voorzien van min. twee pompen (elkaars reserve; in toerbeurt in bedrijf);
  • HWA-gemaal voorzien van minimaal één pomp;
  • Bussen voor hijsdavit in dek storten;
  • DWA-gemalen voorzien van minimaal één spoelklep;
  • De motor geschikt voor continubedrijf en min. 15 schakelingen/p.u.;
  • Vermogen pompen minimaal 2 kW asvermogen en geschikt voor natte opstelling;
  • Pompen met een motorvermogen van 9 Kw of hoger, uitvoeren met frequentie-omvormer (F.O.) of softstarte. Een en ander afhankelijk van type stelsel. Met afgeschermde kabels i.v.m. de toepassing van frequentie-omvormer en/of softstarter;
  • Pompen met gecertificeerde RVS hijsketting en RVS ophangbeugel. De hijsketting om de meter voorzien van een overnameoog;
  • Leidingwerk monteren met RVS-bouten, moeren en ringen;
  • Persleiding voorzien van doorspuitpunt/(pig)lanceerinrichting (onder 45º); rechtstreeks vanaf het maaiveld bereikbaar en afgedekt met een putrand met standaard putdeksel;
  • Balkeerklep van het merk “Montivalve” of “AVK” monteren per pomp;
  • Schuifafsluiters op elke persleiding aanbrengen, die door middel van een verlengstuk en bedieningssleutel te bedienen zijn vanaf het dek
  • Persleiding uitvoeren in PE100 klasse SDR17 PN10 en hulpstukken klasse PN16, tenzij anders aangegeven; verbindingen met electrolasmof, spiegellas of Plasson PP klemfitting;
  • Muurdoorvoer uitvoeren in RVS.